Vlot Gebekt
Het ABC van de kombuis
Action Snack= Snelle hap tijdens een oefening vooral 's avonds
Buber= Natte rijst
Commissarisje= Drabnkje van half jenever en half berenburger
Dieptebommen= Vleeskroketten
Enak= Lekker
Feestverlichting= Gekleurde muisjes voor op het brood
Grind met specie= Aardappelpuree met erwten
Heldenmoed= Jam
ijskip= Ijsklontjesmachine
Jamboe= Guave (vrucht)
Kabouterbankstellensoep= Champignonsoep
Leuning= worst. Boerenkool of zuurkool met leuning
Marinier, gebakken= Moeilijk definieerbaar vleesgerecht (smac met uien en sambal)
Nasi Belazer=Gebakken gort
Oranjerats= Hutspot
Punten en strepen= Erwtjes en worteltjes, ook wel "telegrafistenhap" genoemd
Rotmok= Hache, ragout
Scheermesjes= Kleine groene pepers, ook wel "snijbonen" genoemd
Torpedistenbloed= koffie zonder melk, voor de wachtlopers
Udang= Garnalen
Vijfschaft= Gerecht van lamsvlees
Wadijk= Kleefrijst met suiker
Zeeuwse rijsttafel= Rijst met bruine bonen, kaantjes en zuur

Rusten
zachte plank= "Een zachte plank opzoeken" Een (middag)dutje gaan doen op het dek
Lek= "Naar het lek luisteren" Slapen met een oor op je kussen alsof je ergens naar ligt te luisteren
Bolle kant= "Met de bolle kant naar boven liggen" Een dutje nadat je je buik hebt volgegeten
Piepslag= "Een piepslag maken" en dutje doen (slapen bij de Marine)
Zeil= "Onder zeil gaan" Gaan slapen, Deze uitdrukking komt uit de zeiltijd, toen sliep je vaak onder een zeil om warm te blijven
Gummi-nekken= Knikkenbollen
Ruggen= Op bed gaan liggen, gaan slapen
Inleggen= Naar bed gaan
Tampatje= Bed(je) ook wel Kooi of Rek genoemd
Uitplokken= Geestelijk afwezig zijn door slaap of vermoeidheid, "Halverwege de avond plokte hij uit
Porren= Wakker maken
Overal!= Kom je nest uit!

Algemeen
Aftrap= Einde
Arie= "De Arie uithangen" Flink doen, opschepperig doen.
Badmuts= (bijna) kale kop hebben
Far-away-looker=Steenkoolengels voor verrekijker
Kloeten= buitenlasnds muntgeld
Knikken en Knakken= Lichamelijke oefening onder leiding van sportinstructeur
Ma= Afkortring van ziekenma zo wordt een ziekenverpleger genoemd
Model= Volgens de voorschriften
Palen= "Aan je palen trekken", er tussen uit knijpen
Passagieren= Aan wal gaan in een buitenlandse haven
Scheepstijd= Werktijd, de tijd dat je moet werken
Tor= Marinier afgeleid van het kleine insigne van het Korpswapen, dat op een tor lijkt
US= Kapot, afgeleid van het Engelse "Unserviceable"
Hoboko= Toen de LDVnog geen LDV heette werden de Hofmeesters, Botteliers en Koks Hoboko's genoemd
Kanenpieper= De kok, kaantjes zijn spekblokjes en "piepen" betekent bakken, een kanenpieper is dus een spekbakker.
Witte Vloot= De schepen van de Hydrografische Dienst van de marine. Die zijn namelijk wit i.p.v. grijs, de Hr.Ms. Snellius en Luymes worden overigens wel grijs
Rantsoen= "Dat is rantsoen van mijn voorganger, daar heb ik geen recht op" Dit wordt gezegd als er op een "schoon" bord nog etensresten zitten
Vreetijzers= Bestek
Klep= Een landingsvaartuig van het Korps Mariniers, dat heeft aan de voorkant een klep om mariniers en voertuigen op land af te zetten
Bak- en stuurboord= "Eten we vandaag bakboord of stuurboord?" Bakboord (linkerzijde) en Stuurboord (rechterzijde) worden ook wel met kleuren aangeduid, rood voor de eerste en groen voor de laatste.
De vraag hierboven was vroeger een grap over de beperkte keuze in groenten aan boord: Rode kool of Boerenkool
Marinier= "Daar valt een marinier op dek" Dat wordt gezegd als er een luide knal te horen is maar niet duidelijk is waar het vandaan komt
KID= Geruchten, roddels, de kombuis wordt vaak als bron van geruchten en roddels aangewezen, ook wel de KID, Kombuis Inlichtingen Dienst
Romeo Delta= Regel Dat! Romeo Delta staat voor R.D., de afkorting voor Regel Dat
Takenboeker= Jonge matroos met een takenboek die nmet de Praktische Bedrijfsintroductie (PBI) bezig is, ook wel gezegd tegen oude matroos die iets fout doet
Moot zeven= De prullenbak, een schip is ingedeeld in 6 Moten (gedeelten), geteld van voor naar achter, Moot zeven ligt dus achter het schip. Kortom:"Gooi maar overboord"
Verbindelaar= Iemand die bij de Operationele Dienst Verbindingen (ODVB) werkt
Zeeschade= Schade door ruwe zeegang
Inslingeren= Wennen, na vertrek uit een haven moet je de eerste dag weer even inslingeren, gewend raken aan de zeegang. Inslingeren wordt ook gebruikt voor andere dingen waar je aan moet wennen
Uiensnijder= Marinehelikopter, "zit je net lekker op het dek, moet er weer zo'n uiensnijder landen
Daags blauw= Het blauwe werktenue, okk gezegd over aardappels met blauwe plekken, "we eten weer aardappels in daags blauw"

Al deze woorden en vertalingen komen uit het SUBS Magazine, SUBS is de jongerenclub van de marine, kijk voor meer informatie op www.subs.nl